Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Administratiekantoor botst met veeboer over enkelvoudige of samengestelde rente

Geplaatst op: 09-10-2020, 09:57:16

Het Gerechtshof deed deze week uitspraak in een jarenlang slepende conflict tussen een accountants-administratieconsulenten-kantoor en een agrariër. De vraag of de rente enkelvoudig of samengesteld moet worden berekend, blijkt nog niet zo eenvoudig.

Zowel huwelijk als bedrijf beëindigd

Waar draait het allemaal om? Het administratiekantoor hielp een veehandelaar van 2002 tot eind 2004 met de fiscale afwikkeling van zijn beëindigde bedrijven. Tegelijk speelde de boedelscheiding tussen de agrariër en zijn gewezen echtgenote. Ook in deze kwestie deed het administratiekantoor diverse werkzaamheden. De totale rekening bedroeg € 61.109,47, waarvan de boer slechts € 12.204,- betaalde. De veehandelaar besloot zijn vorderingen op de belastingdienst betreffende diverse belastingen over een aantal jaren aan het  administratiekantoor te cederen. Bij akte werd bepaald dat het administratiekantoor een rente van 1% per maand in rekening mocht brengen. De fiscus maakte hierop € 27.752,- aan het administratiekantoor over.

Uitspraak 2014

Daarmee was de zaak niet afgedaan. Beide partijen troffen elkaar voor de rechtbank en begin 2014 deed het hof uitspraak. Omdat het administratiekantoor een beroepsfout had gemaakt, moest het een schadevertaling aan de boer betalen van € 17.357,-, te vermeerderen met bijna negen jaar aan wettelijke rente. De agrariër diende € 18.350,74 over te maken aan het administratiekantoor, te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand, ook over een periode van een kleine negen jaar.

Handelsovereenkomst of niet?

Het administratiekantoor en de voormalige klant troffen elkaar daarna opnieuw voor de rechter. De agrariër stelde onder meer dat het administratiekantoor de rente niet samengesteld had moeten berekenen, maar enkelvoudig. De rechtbank bepaalde in december 2018 dat dit afhing van de vraag of de opdracht aan het administratiekantoor al dan niet als een ‘handelsovereenkomst’ moest worden beschouwd in de zin van artikel 6:119a BW. Van een handelsovereenkomst, stelde de rechtbank, is alleen sprake als beide partijen ondernemingen zijn. Omdat het administratiekantoor ook werkzaamheden voor de boer als privépersoon (die in scheiding lag) had gedaan (het betrof tweederde van de totale werkzaamheden), mocht over dit deel van het werk alleen enkelvoudige rente worden berekend. In het eindvonnis van 17 april 2019 bepaalde de rechtbank de verdeelsleutel aangaan de verschuldigde rente (enkelvoudig versus samengesteld) op 2/3 – 1/3.

Privé of zakelijk

Het administratiekantoor ging in hoger beroep. Daarin draaide het opnieuw om de vraag of de rente enkelvoudig dan wel samengesteld moest worden berekend. Om dit vast te stellen, moest het hof bepalen of de vordering van het administratiekantoor gebaseerd was op een handelsovereenkomst. Een handelsovereenkomst is een overeenkomst waarbij (1) om baat (2) een of meer partijen verplicht worden iets te geven of te doen en die (3) tot stand is gekomen tussen één of meer natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf of rechtspersonen anders dan een overheidsinstantie. Dat in dit geval aan de beide eerste elementen was voldaan, stond in de zaak niet ter discussie. De pijn betrof het derde element. Volgens de boer had hij niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf gehandeld, maar als privépersoon, omdat zijn bedrijven al waren beëindigd toen hij het administratiekantoor inschakelde. Het kantoor stelde daar tegenover dat met haar inschakeling een zakelijk doel werd nagestreefd: de klant wilde de met zijn ex echtgenote gesloten vaststellingsovereenkomst aantasten om zo alsnog de financiële middelen te krijgen die nodig waren voor de voortzetting van zijn (bedrijfsmatige) veehandel.

Zijn de werkzaamheden die verband houden met de afwikkeling van de echtscheiding en de boedelscheiding als werkzaamheden ter uitvoering van een handelsovereenkomst te beschouwen? Het Gerechtshof vindt van niet. ‘Het aangaan en beëindigen van een huwelijk is uiteraard geen economische activiteit, ook niet wanneer de echtgenoten ondernemer zijn. Het afwikkelen van de financiële consequenties van een huwelijk is dat evenmin en het verlenen van professionele bijstand aan een ondernemer bij de afwikkeling van een boedelscheiding is dan ook geen transactie tussen ondernemingen in de zin van artikel 2 van de richtlijn.’ Conclusie: voor de werkzaamheden voor het bedrijf van de agrariër mag het administratiekantoor samengestelde rente berekenen, voor werkzaamheden met betrekking tot de echtscheiding moet de rente enkelvoudig worden vastgesteld.

Bron: www.accountancyvanmorgen.nl van 8 oktober 2020

Ga terug naar de vorige pagina